Er zijn complotdenkers die denken dat klimaatverandering uitgevonden is om politieke partijen in het zadel te helpen. Er zijn klimaatsceptici die beweren dat het allemaal wel meevalt. Ik behoor niet tot die groepen. Dat we te maken hebben met klimaatverandering staat voor mij als een paal boven water. Het is alle hens aan dek. En dat geldt voor steeds meer mensen.

Onderzoeksbureau Motivaction vond in een onderzoek dat in 2017 80% (!!!) van de Nederlanders verduurzaming van de energievoorziening belangrijk en noodzakelijk vindt. Tót er een zonnepark in hun eigen omgeving gepland wordt. Dan wordt met man en macht beargumenteerd dat men écht wel voor zonneparken is, maar dat het hier écht niet kan. Als ik langs de A1 rijd dan snap ik dat wel. Je ziet er de meest afschrikwekkende voorbeelden van verruïneerd landschap. Eindeloze rijen zonnepanelen, dicht bij de grond. Een grijze eenvormige massa, geen sprietje groen te bekennen. Lelijk. Dat wil ik ook niet in mijn achtertuin.

De tegenstanders van zonneparken verwijzen graag naar die voorbeelden. Boerenlandschap - want meestal verrijzen de parken op weidegronden - wordt door buitenlandse energiereuzen vernacheld om zoveel mogelijk rendement uit de grond te halen. Ik kan ze op dat punt geen ongelijk geven. Die energiegiganten hebben nauwelijks interesse in bodemgesteldheid of biodiversiteit. Laten we die dus vooral buiten de deur houden.

Het volgende argument is vrijwel altijd dat er ‘goede akkergrond’ opgeofferd wordt door boeren die het gemakkelijker willen hebben. Daarbij wordt meestal vergeten dat veel grond in Nederland van nature veel te nat is om akkerbouw op te bedrijven. De waterstanden moeten kunstmatig laag gehouden worden, de bodem verdroogt, klinkt in en verdicht zich. Dat is slecht voor de natuur. De groene weides zijn door het verplichte injecteren met (drijf-)mest vaak veranderd in ‘groen beton’. Bodemleven is er schaars, de biodiversiteit nihil. Het romantische beeld van het boerenlandschap dat de meeste mensen hebben, bestaat al lang niet meer.

Tenslotte is er het argument dat zonneparken een tijdelijke oplossing zijn. De gemiddelde levensduur van een zonnepark is 25 jaar. Daarmee veranderen onze agrarische landschappen in een soort ‘Pauzelandschap’, vinden critici.  Ik zie hier juist de kansen. Een Pauzelandschap met zonneparken geeft - mits ecologisch goed aangelegd - de bodem 25 jaar de kans om zich te herstellen.  Dat zijn 25 jaren zonder zware machines. 25 jaren waarin bloemrijk grasland zich kan ontwikkelen. 25 jaar met toenemende aantallen insecten en vlinders! Een ware adempauze voor het landschap.

Als landschapsontwerper weet ik dat dat ook kan. Er komen steeds meer kleinschalige zonneparken, die door coöperaties van bewoners worden opgezet. Met ruimte tussen de panelen, ruimte voor bodemontwikkeling, ruimte voor bloemen en biodiversiteit. Ruimte voor de mens om er te wandelen en voor kinderen om er te spelen. Dat is het Pauzelandschap waar ik tussen de middag graag mijn boterhammetje ga eten.
Back to Top